Terugblik op het traineeprogramma

Een weg naar beneden

Ik maak wel eens de grap dat ik eigenlijk steeds dieper zak. Geografisch gesproken dan. Opgegroeid in Overijssel, gestudeerd in Gelderland en nu werken in Brabant. Ja, echt puur geografisch bedoeld, want de afgelopen twee jaar heb ik het traineeprogramma ervaren als een mooie beklimming: persoonlijke doelen neerzetten, af en toe de wind van voren of in de rug hebben en bovenal nieuwe hoogtes bereiken. In deze blog neem ik jullie voor een paar honderd woorden mee in de beklimming die ik de afgelopen twee jaar heb gemaakt. Misschien een beetje een goedkope metafoor zo’n beklimming, maar alle clichés zijn eigenlijk waar, toch?

Voor mij begon het traineeprogramma al met een hoogtepunt. Dat was namelijk in de toren van het Provinciehuis. Alhoewel, in de nog bange coronadagen was het nog helemaal vanuit huis werken. Dat thuiswerken was… afijn, je kent de verhalen daarover inmiddels wel denk ik.

Zo’n start was best wennen. Überhaupt het werken op afstand, maar bovenal het starten in een voor mij totaal nieuwe wereld, namelijk die van de overheid. Ik kende hem vooral als burger (of inwoner) en dankzij mijn studieachtergrond wist ik er ook wel het één en ander van af. Maar er echt een lange tijd onderdeel van uit maken, dat was nieuw voor me. Dat leidde in het begin nog wel eens tot vragen waar ik me nu niets meer bij kan voorstellen, zoals: kan ik als beginnend trainee nou zomaar overleggen inschieten met programmamanagers binnen de Provincie? Spoiler-alert: Ja dat kan zeker, durf je ruimte te pakken als trainee! Weer een cliché, dus weer helemaal waar.

 

Een weg naar boven

Ik zal niemand vermoeien met een chronologische weergave van mijn trainee-opdrachten. Maar mijn opdrachten vormden alle drie één tocht naar telkens weer nieuwe hoogtepunten. Ik heb bijvoorbeeld heel veel energie gehaald uit het opzetten van nieuwe teams om met projecten aan de slag te gaan, binnen de gemeente een serie integriteitssessies organiseren en diverse keren met sleutelfiguren als de burgemeester, griffier en gemeentesecretaris aan tafel persoonlijk plannen presenteren en daarvoor goedkeuring vragen.

Bij die hoogtepunten hoort ook dat het soms even tegenzit. Je moet bijvoorbeeld tóch weer een keer terug naar de tekentafel met een plan, of het lukt niet om iedere collega meteen betrokken en enthousiast te maken. Gelukkig heb ik daarbij het geluk ervaren van een bepaalde troef waar ik het nog niet eens over gehad heb: mede-trainees. Het relativerende, om met mede-trainees over lastige situaties te praten, of dit zelfs te oefenen, werkt helend. De opleidingsdagen waren voor mij altijd weer een moment waarop ik met een bak nieuwe ideeën mijn opdracht vervolgde.

 

Je een weg banen

Ik ben de afgelopen twee jaar diverse keren verrast. Maar mijn grootste verrassing zit in de ruimte die je binnen een overheidsorganisatie kunt nemen om nieuwe ideeën aan te dragen en die ook uit te voeren. Ik heb zelf ervaren dat je als trainee echt een bepalende rol kan pakken. Wat ik heb geleerd is het belang om daarbij niet alleen iets goed te kunnen uitdenken, maar ook anderen de energie te geven om dingen samen met jou op te pakken. Je moet niet alleen kritisch of slim zijn, maar ook inspirerend. Je moet ervoor zorgen dat anderen er evenveel zin in hebben als jij.

Ik sluit af met de boodschap dat ik iedereen eigenlijk zo’n mooie start van een carrière bij de overheid gun, via een traineeprogramma. De intensiteit waarmee je reflecteert op je eigen werkzaamheden, samen met anderen die in hetzelfde schuitje zitten als jij, is ontzettend waardevol en effectief. Ik vervolg mijn pad met alle plezier bij de overheid en neem daarin alle mooie lessen en ervaringen uit het traineeprogramma mee.